Vijf jaar Toneeljuf – Vijf dingen die ik leerde – 2) Niemand voelt zomaar wat ik voel

Wat ik doe als Toneeljuf vind ik zelf helemaal te gek. Het is leuk, bevrijdend, grappig, leerzaam en zeer blijmakend. Ik weet veel van wat ik doe en kan er goed over vertellen. Als ik heel enthousiast ben en soms stuiter van geluk ga ik ervan uit dat iedereen hetzelfde voelt. Dat het volkomen duidelijk is hoe gaaf dit is dat iedereen dit natuurlijk ziet en ook wil. Daaruit volgt dat ik verwacht dat ‘mensen’ zich automatisch en vanzelfsprekend massaal zullen aanmelden om met mij te werken.

Gek genoeg gebeurt dat niet. In de afgelopen vijf jaar is duidelijk geworden dat alleen leuk gevonden worden niet genoeg is om ook aan het werk te blijven/komen/zijn. Daar wringt voor mij echt een reusachtige schoen. Want ik heb meningen en oordelen over reclame maken. Reclame is stom. Mensen zouden automatisch moeten weten dat wat ik doe goed is en vanuit vertrouwen direct en acuut moeten besluiten om mij in te huren. Het is verkeerd als ik ze ‘over moet halen’ om met mij in zee te gaan. Meningen en oordelen zijn makkelijker dan angst. En angst is natuurlijk de onderliggende reden voor al mijn geblaas. Ernstige angst voor afwijzing, voor dat het niet werkt, voor niet gezien worden, voor niet goed genoeg gevonden worden. Ik ben zelf inmiddels heel moe van dat riedeltje.

Want als ik na vijf jaar de balans opmaak is het resultaat van mijn reclame-antipathie dat ik mijn immer geweldige Toneeljufklussen vooral ‘via via’ krijg. Dat is natuurlijk prachtig (en ga daar vooral mee door!) maar ook beperkt. Ik wil vaker en meer. Dan zal ik daar ook vaker en meer mijn best voor moeten doen. Ik moet wervende mailtjes en filmpjes maken en versturen. Ik moet naar netwerkborrels. Ik moet mezelf zichtbaar maken. Ik moet zorgen dat mensen die mij niet kennen maar voor wie ik wel interessant ben weten van mijn bestaan. Ik moet zorgen dat iedereen weet dat ik de expert ben op het gebied van Voorleestheater. Kortom: ik moet aan de slag met MARKETING. Auw en bah. Om dit goed te kunnen doen zal ik dit aspect van het ondernemen moeten omarmen. Want alleen als ik ergens echt in geloof werkt het ook. Dat zeggen Goeroes en dan is het waar.

Nu zit ik het maken van een marketingplan voor mij uit te schuiven door eerst in mijn Dagboek te schrijven. Eerst een marketingplan maken is eigenlijk ook uitstellen van marketing doen. Hm, aan de slag ermee. Hup. Met lood in mijn reusachtige wringende schoenen.