Moed om te falen in de praktijk

Om moedig te zijn is meer nodig dan een certificaat in ‘Moed om te falen’. Dat bleek maar weer tijdens het leven van mijn leven. Naast mijn werk als Toneeljuf werk ik in Kinderboekwinkel Kiekeboek in Haarlem. Dat doe ik al ruim 10 jaar met veel plezier. Praktisch gezien denk ik wel eens aan een bijbaan wat dichter bij huis. Er kwam een mooie kans voorbij. Een functie als onderwijsassistent bij een school voor speciaal onderwijs voor 11 uur in de week. In mijn woonplaats, prima werktijden, met een doelgroep waar ik van houd. Dat ik geen onderwijsbevoegdheid heb leek mij minder belangrijk omdat ik wel over veel ervaring in het lesgeven beschik en tonnen liefde over heb voor kinderen die het nodig hebben.
Tot zover de theorie. In gedachten was ik er al. Werkte ik daar, succesvol, met liefde en plezier. Alles goed. In werkelijkheid moest ik nog een sollicitatiebrief schrijven, een CV bijwerken en met een beetje mazzel een sollicitatiegesprek voeren. Oh en dan aangenomen worden. Details details.
Ik vond alles aan dit proces ingewikkeld. Eerst de brief (wat hebben ze eigenlijk aan mij?), dan een CV (superstom want zegt niets echts over mij!) en dan versturen. Allemaal faalgevoelige momenten. Momenten waarop ik met mezelf geconfronteerd werd. Mij klein voelen en dommig en dat dan weer stom vinden en kleuterig. Kortom mijn gedachten vierden feest met alle cirkeltjes van ellende die ze mochten bedenken.
Ik vroeg hulp en steun. Ik verstuurde de brief en werd uitgenodigd voor een gesprek. Hoera! En Oh jee! Nu dat deel weer. Eigenlijk vielen de gesprekszenuwen wel mee. Ik had er wel zin in. Het gesprek was leuk en informatief. In de middag zou ik de uitslag krijgen. Twijfel sloeg toe. Was dit wel mijn baan? Had ik niet een nog groter hart nodig voor deze functie? Of had ik juist een te groot hart? Liet ik de Toneeljuf niet een beetje naar de achtergrond verdwijnen? Wilde ik een opleiding voor onderwijsassistent volgen als het nodig zou zijn? Als ik het werd zou ik dan bedenktijd mogen?
Aan het eind van de middag kwam het telefoontje. Ze kozen voor een andere kandidaat. Iemand met veel (meer) ervaring met de doelgroep. Verder waren mijn leiderschapskwaliteiten misschien wat aan de aanwezige kant voor deze functie. Dat vond ik eigenlijk wel een compliment. Het was slikken. Een deukje in mijn ego. Een jammer einde aan een gedroomde bijbaan. Het voelt een beetje als falen. Maar voor het grootste deel niet. Want blijkbaar is dit niet mijn baan. Ik gun de school en de kinderen de beste kandidaat. Ook als ik dat niet ben. Nu gun ik mezelf weer meer Toneeljufruimte. Ruimte om Moed om te falen trainingen te geven bijvoorbeeld. Deze ervaringsdeskundige kan je daar alles over vertellen. Ik heb iets gedaan wat ver buiten mijn comfortabele bekende cirkeltje lag. Ik heb gestretcht als een malle en ik overleefde. Ik ging moedig op mijn gezicht. Nu sta ik moedig weer op, klop het stof van mijn spijkerbroek en huppel verder naar nieuwe horizonten. Wordt vervolgd.