Groeiklas

Er is dit schooljaar in Alkmaar een nieuw initiatief gestart: De groeiklas. Onder de bezielende leiding van Juf Jasmijn, daarbij geholpen door juf Amber, mag een select groepje kinderen meedoen met deze andere manier van leren. De kinderen zijn uitgekozen omdat ze moeite hebben met school. Ze kunnen niet gemakkelijk leren en blijven daardoor achter. Door in de loop van hun schoolcarrière steeds tegen ‘niet kunnen’ of ‘niet goed genoeg zijn’ aan te lopen is er van hun gevoel voor eigenwaarde niet veel over. In de Groeiklas leren ze op zichzelf vertrouwen en mogen ze ervaren dat ook zij ruimte hebben om te leren. Het werkt als een trein. Begonnen met een pilot, is er nu al de zekerheid dat er volgend schooljaar twee Groeiklassen starten.
Als Toneeljuf mag ik ook een beetje meedoen. In samenwerking met Jasmijn maak ik een programma met toneeloefeningen waarbij de leerlingen hun strubbelingen uit de praktijk kunnen oefenen op het toneel. Toneel is niet alleen maar op een podium staan. Toneelspelen is vooral ‘doen alsof’. Dat is een vorm van spelen die alle kinderen eigenlijk wel kennen. Door het zo te zien is de toneeldrempel gelijk al een stuk lager en kunnen we ons gaan richten op met plezier spelen en daarin ontdekkingen doen over het echte leven. Veiligheid is belangrijk, durven op je eigen manier, toestaan dat mensen naar je kijken, samenwerken, lachen om gek doen, zelf gek durven doen. Als docent probeer ik ook steeds een koppeling te maken van ons veilige groepje naar het echte leven. We spelen daarom met gevoelens en hoe je die groter en kleiner kan maken of hoe je ze in kunt zetten in een situatie. We oefenen met status, hoe voelt je lichaam als je een hoge status aanneemt of een lage. Wat kun je bereiken met een hoge en een lage status?
Wat mij zo opvalt is hoe voorzichtig deze kinderen zich bewegen. Niet alleen letterlijk, juist ook figuurlijk. Ze durven weinig ruimte in te nemen, zijn heel behoedzaam waar het gaat om de aandacht op zich gericht krijgen. Er zit een groot wantrouwen naar de omgeving maar ook naar zichzelf. Afgelopen keer deden we een spel om de namen te leren en om los te komen. Iedereen mocht iets noemen waar hij/zij goed in was, daar bedachten we een beweging bij. Als ik de activiteit noemde deed iedereen de beweging en ging staan bij de persoon die hier heel goed in is. Het was schrijnend om te zien hoe ongemakkelijk en klein de kinderen werden als hun activiteit aan de beurt kwam en alle anderen om ze heen kwamen staan. Geen trots of blijdschap, wel verlegen lachjes en ongemakkelijkheid. Er is hier een nog een wereld te winnen. Mijn overtuiging is dat wij als grote mensen een belangrijke bijdrage leveren door naast deze kinderen te staan. Door net zo kwetsbaar te zijn. Ik doe zelf altijd mee met de oefeningen en ben ook zeker niet te beroerd om mijn ‘fouten’ toe te geven. Jasmijn en Amber doen dat ook. Ze geven zich volledig, soms een beetje verlegen, maar zonder schaamte. Misschien voelen ze dat wel, maar het is niet zichtbaar omdat zij weten hoe belangrijk het is voor deze kinderen om je niet te hoeven schamen voor wie je bent. Dat leer je het beste door te doen en door het goede voorbeeld te krijgen.
Ik maak een diepe buiging voor de kinderen uit de Groeiklas en voor Jasmijn en Amber. Ik ben ontzettend blij en dankbaar dat ik ook volgend jaar weer bij deze groep mag horen!